Doel
Als gevolg van de decentralisaties (Wmo en Jeugd) hebben zich sinds 1 januari 2015 diverse ontwikkelingen voorgedaan ten aanzien van de jurisprudentie aangaande die wetgeving. Op basis van jurisprudentie in eerste aanleg als hoger beroep zijn bepaalde, voor de uitvoeringspraktijk onduidelijk gebleken begrippen, uitgekristalliseerd. Dit geeft handen en voeten aan de wettelijke kaders en is van belang voor een uniforme uitvoering van de wet. Na afloop van deze cursus beschikt de deelnemer over actuele kennis van de jurisprudentie inzake de Wmo 2015 en de Jeugdwet.
Doelgroep
Medewerkers van gemeenten die betrokken zijn bij de uitvoering van de Wmo 2015 en/of de Jeugdwet. De cursus kan als basiscursus worden gegeven of als verdiepende cursus.
Programma
Tijdens deze cursus wordt in ieder geval ingegaan op de volgende onderwerpen:
- Ontwikkelingen jurisprudentie Wmo 2015 vanaf 1 januari 2015 tot heden:
Beschikken in resultaten, het voorzien in de behoefte aan huishoudelijke ondersteuning, algemene voorzieningen, het hanteren van normtijden en de hoogte van het persoonsgebonden budget.
- Ontwikkelingen jurisprudentie Jeugdwet vanaf 1 januari 2015 tot heden:
Het beoordelen van een verzoek om een gesloten machtiging, instemming van de gedragswetenschapper, ondertoezichtstelling, en het doen van onderzoek.
Werkwijze
De cursus is sterk op de praktijk gericht en interactief. Er is bovendien ruimte voor het inbrengen van voorbeelden uit de praktijk van de deelnemers.
Duur
Twee dagdelen
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Chantal Ridderbos-Hovingh.