Waar de aanpak van georganiseerde criminaliteit van oudsher in het strafrechtelijke domein lag (bij politie en Openbaar Ministerie) is er een steeds grotere rol weggelegd voor gemeenten, bijvoorbeeld omdat de gemeente bestuursrechtelijke instrumenten heeft die ondermijnende criminele activiteiten kunnen bemoeilijken. Daarbij kun je denken aan het sluiten of onteigenen van panden, het intrekken van (exploitatie)vergunningen, het opleggen van dwangsommen, bestuursdwang of boetes en de inzet van de Wet Bibob. Ook heeft de gemeente vanwege haar publieke taak veel informatie die andere overheidspartners kunnen gebruiken om interventies te doen. In de samenwerking met haar partners vervult de gemeente een wettelijke regierol op het gebied van veiligheid. Zowel in de prioritering, de afstemming en de coördinatie van maatregelen die getroffen worden om de veiligheid in de gemeente te waarborgen.
De rekenkamer van de gemeente Eemsdelta wil met een onderzoek beter inzicht krijgen in de aard en omvang van ondermijnende criminaliteit binnen de gemeente en in de effectiviteit van de al bestaande gemeentelijke aanpak om deze criminaliteit te bestrijden. Ook wil de rekenkamer inzicht in de rol van de gemeenteraad bij de ondermijningsaanpak. Pro Facto gaat dit onderzoek uitvoeren. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt:
Wat is de aard en omvang van ondermijnende criminaliteit in de gemeente Eemsdelta, hoe adequaat is zowel beleid als uitvoering in de bestrijding van ondermijning en hoe vult de gemeenteraad zijn kaderstellende en controlerende rol op dit thema in?