Koningsdag is een grootschalig evenement met diverse betrokkenen en initiatiefnemers. Naast het organiserende comité willen lokale horecaondernemers een graantje van de aanloop van het feest meepikken en willen zij voor eigen evenementen gebruik maken van de openbare ruimte. De Burgemeester kan krachtens de evenementenvergunning op grond van de APV reguleren door aanvragen te weigeren en/of voorschriften aan de vergunning te verbinden. Hiervoor gelden de volgende kaders:
a. de openbare orde;
b. veiligheid;
c. voorkomen of beperken van overlast;
d. de zedelijkheid of gezondheid.
Daar waar voor het meeste van deze afwegingskaders redelijk voor zich spreken is de toetsing aan het begrip openbare orde minder afgebakend.
Aan de ene kant kan het voor de burgemeester een voordeel zijn dat het begrip 'openbare orde' minder afgebakend is, aan de andere kant is het een nadeel door toenemende eisen dat diverse maatschappelijke en politieke thema’s bij de afweging zouden moeten worden betrokken.
Toetsing openbare orde beperken
Een goed voorbeeld van de eis van een zeer vergaande toetsing van de burgemeester bij de afweging van de openbare orde is de zwarte pieten uitspraak (afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 12 november 2014 ECLI:NL:RVS:2014:4117). In deze lezenswaardige uitspraak heeft de afdeling onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis van artikel 172 van de Gemeentewet de reikwijdte van het begrip openbare orde beperkt uitgelegd:
“Met het begrip openbare orde wordt derhalve in het kader van de bevoegdheden van de Burgmeester gedoeld op het ordelijk verloop van het gemeenschapsleven ter plaatse. De reikwijdte van het begrip openbare orde is beduidend beperkter dan wordt betoogd. Ook de uitvoering van het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden, waaronder mede begrepen de in het derde lid genoemde uitvoering van verordeningen – bijvoorbeeld het beoordelen van aanvragen voor evenementenvergunningen – dient plaats te vinden binnen de marges van dit beperkte openbare orde – begrip.”
Naast deze afweging en de limitatieve opsommingen van gronden voor weigering van een evenementenvergunning in de APV geeft de afdeling nog wel aan dat ook een limitatieve opsomming niet betekent dat hogere regelingen (waaronder de Grondwet en internationaal bindende bepalingen) niet aan een verlenging van de evenementenvergunning in de weg kunnen staan. Ten aanzien van de toetsing van maatschappelijke en politieke thema’s oordeelt de afdeling vervolgens dat op grond van de vrijheid van meningsuiting en betogingen juist de inhoudelijke toetsing van de burgemeester van het evenement niet op zijn plaats is. Deze inhoudelijke aspecten zijn een verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers en organisatoren van de evenementen.
Voor Koningsdag hoeft de burgemeester dan ook geen anti-koningsgezinde sentimenten bij zijn afweging te betrekken. De inhoud van het evenement is een verantwoordelijkheid van de organisatie.
Ruimere toetsing concurrerende aanvragen
Hoewel een beperkte toetsing van het begrip openbare orde de beoordeling van de burgemeester lijkt te vergemakkelijken, gaat dit niet op bij diverse concurrerende aanvragen van lokale horecaondernemers. Juist Koningsdag kenmerkt zich door diverse initiatieven van grotere en kleinere evenementen op dezelfde dag. Om die allemaal nog te kunnen behappen is van belang dat partijen goed met elkaar kunnen samenwerken en de burgemeester hieraan voorschriften kan verbinden, dan wel een aanvraag kan weigeren.
In de uitspraak van 3 september 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3274) heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de beoordeling van diverse concurrerende aanvragen voor evenementen tijdens de Koninginnenacht uitgebreid behandeld. Ten aanzien van de afwijzing van één concurrerende aanvraag en het toewijzen van de andere aanvraag geeft de afdeling aan:
“De aanvragen waren concurrerend, nu ze betrekking hadden op evenementen die op dezelfde tijdstippen en op dezelfde plaats hadden moeten plaatsvinden. De Burgemeester heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het vergunning van beide evenementen in strijd zou zijn met de openbare orde, als bedoeld in artikel 111, eerste lid, van de APV en dat hij een keuze moest maken tussen de aanvragen. De Burgemeester heeft aan zijn keuze om de aanvraag van de een in te willigen en de aanvraag van de ander af te wijzen een zelfstandige afweging van de bij het besluit betrokken belangen ten grondslag gelegd. Daarbij heeft hij de uitgangspunten van de Raad, neergelegd in de nota Evenementenbeleid, en zijn eigen, van deze uitgangspunten afgeleide, doelstelling betrokken."
Wel dient de burgemeester over zijn afwegingen met de aanvragers tijdig en goed te communiceren. Vervolgens dient hij zijn afwegingen goed te motiveren. Verder dienen de besluiten, waaronder de weigering van de aanvraag tijdig te worden genomen.
Om geen wanordelijkheden te krijgen tijdens Koningsdag mag de burgemeester onder het mom van het begrip openbare orde keuzes maken tussen concurrerende aanvragen. Over deze keuzes moet wel goed en tijdig gecommuniceerd worden. Ook moeten de keuzes in het besluit vervolgens zorgvuldig worden gemotiveerd.
Kortom
De toetsing van de openbare orde als weigeringsgrond voor evenementenvergunningen of het verbinden van voorschriften aan de vergunningen mag en een beetje meer maar ook een beetje minder zijn. Maatschappelijke en politieke aspecten hoeven niet te worden meegewogen.
Bij concurrerende aanvragen mag de burgemeester, mits goed inzichtelijk gemaakt en tijdig voorbereid, keuzes maken. Het is daarbij wel raadzaam om bij een jaarlijks terugkerend evenement als Koningsdag keuzes en randvoorwaarden vooraf af te wegen met beleidsregels.
Heeft u over het voorgaande of over andere met de openbare orde verband houdende onderwerpen vragen, neemt dan gerust contact op.
mr. Bertil Westers (Bout)
050-3140840
mr. Chantal Ridderbos-Hovingh (Pro Facto)
050-3139853