Pogingen van criminelen om het lokaal openbaar bestuur te beïnvloeden door bedreigingen of infiltratie vinden in alle provincies plaats. Er is geen sprake van grootschalige beïnvloeding. Dit blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door Pro Facto, in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie (WODC). Het onderzoek richt zich specifiek op beïnvloeding met een crimineel oogmerk. Bijna een kwart van alle burgemeesters geeft aan persoonlijk te zijn bedreigd met een crimineel oogmerk. Ook wethouders (11%), ambtenaren OO&V (12%) en raadsleden (8%) zijn bedreigd. In 24% van alle gemeenten geven één of meer respondenten aan dat zij vermoeden of weten dat infiltratie door criminelen heeft plaatsgevonden.
In het onderzoek zijn burgemeesters, wethouders, raadsleden, ambtenaren openbare orde en veiligheid, griffiers en gemeentesecretarissen benaderd om een digitale enquête in te vullen. Bijna 4.000 van hen hebben de enquête ingevuld (de respons loopt van 30% onder raadsleden tot 60% onder burgemeesters). Hen is gevraagd of zij in de afgelopen vijf jaar met een crimineel oogmerk bedreigd zijn, of een poging tot omkoping met een crimineel oogmerk heeft plaatsgevonden en of zij in de eigen gemeente signalen hebben opgevangen over pogingen tot infiltratie van criminelen.
Hoewel een groot aantal bestuurders, raadsleden en ambtenaren in aanraking komt met pogingen tot beïnvloeding met een crimineel oogmerk, constateert Pro Facto dat geen sprake is van grootschalige beïnvloeding. De ondermijnende effecten blijven in veel gevallen beperkt. De besluitvorming wordt meestal niet beïnvloed als gevolg van de bedreiging en de omkoping is niet succesvol. In 8% van alle Nederlandse gemeenten heeft infiltratie wél geleid tot ondermijnende effecten: de besluitvorming werd in die gemeenten bijvoorbeeld vertraagd, informatie werd voor criminele doeleinden ingezet en in enkele gevallen werd een besluit genomen waarbij criminele belangen invloed hebben gehad. Bedreiging heeft in 1% van de gemeenten geleid tot ondermijnende effecten.
Kwetsbaar voor criminele beïnvloeding is vooral het verlenen van vergunningen, het handhaven van regels en voorschriften en het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Voorbeelden hiervan zijn het verlenen van een horecavergunning en het tegenhouden van handhaving bij overlastgevende situaties. Kwetsbaarheden zitten vooral in de randvoorwaarden, zoals de afstand tussen de beoordelend ambtenaar en degene die de vergunning aanvraagt en de vraag of de ambtenaar in zijn eentje situaties beoordeelt of dat meerdere collega’s zich met de besluitvorming bezighouden (‘vier-ogen-principe’). Ook de verwevenheid van kleine gemeenschappen met het lokaal openbare bestuur wordt door meerdere geïnterviewden als kwetsbaar en problematisch aangemerkt.
Dit onderzoek is het eerste diepgravende fenomeenonderzoek in Nederland naar de aard en omvang van beïnvloeding door criminelen van het lokale openbaar bestuur. Klik hier om het rapport te downloaden.
Wilt u doorpraten over dit onderwerp en meer weten over wat wij voor u kunnen betekenen?
Neem dan contact op met:
mr. N. Struiksma (Pro Facto)
050-3139853