De Veiligheidswet BES biedt niet voor alle onderwerpen voldoende duidelijkheid over taken en rollen van de betrokken partijen. Dat blijkt uit onze evaluatie die wij samen met de University of Curacao (Annemarie Marchena-Slot, Johan Oldenboom en Gerald Simmons-de Jong) in opdracht van het WODC uitvoerden. Uit onze evaluatie volgt dat het systeem van politie, brandweerzorg en rampenbestrijding en crisisbeheersing over het algemeen is ingericht zoals beoogd volgens de wet. Doordat de invulling sterk persoonsafhankelijk is door de geringe beschikbare capaciteit op de eilanden is dit systeem echter kwetsbaar.
De Veiligheidswet BES regelt de taak en samenstelling van het politiekorps en de inrichting en organisatie van de brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening in Caribisch Nederland: Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES). De Veiligheidswet BES is op 10 oktober 2010 ingevoerd, tegelijk met de staatkundige hervorming van Caribisch Nederland.
Een belangrijke constatering is dat de uitgangspunten en doelstellingen die de wetgever heeft geformuleerd niet altijd voldoende duidelijkheid bieden over taken en rollen. Daarnaast blijkt dat de openbare lichamen te maken hebben met een gebrekkige capaciteit, kennis en ondersteuning. Als meer duidelijkheid wordt geboden over taken en rollen, kunnen daaraan ook capaciteit en middelen worden gekoppeld.
Daarnaast is een aantal onderwerpen onvoldoende uitgewerkt in de wet en onderliggende regelgeving. Bijvoorbeeld op het gebied van de organisatie van bevolkingszorg en de organisatie van geneeskundige hulpverlening. Ook hierover zal de wet meer duidelijkheid kunnen bieden.
Waar het gaat om de politie en de brandweerzorg komt uit onze evaluatie naar voren dat de wet heeft bijgedragen aan het tot stand komen van een gezamenlijk politie- en brandweerkorps voor de drie eilanden. In de evaluatie komen geen knelpunten naar voren voor de taken en samenstelling van het politiekorps. Ook de basis voor het brandweerkorps staat, maar de ontwikkeling richting preventieve brandweerzorg verloopt trager dan verwacht. Terwijl klimaatverandering en daardoor naar verwachting meer te bestrijden branden vragen om een gezamenlijke visie van de drie eilanden.
Wat betreft samenwerking gaat de Veiligheidswet BES uit van meer samenhang tussen de eilanden dan er in werkelijkheid is. Zo liggen Bonaire enerzijds en Sint Eustatius en Saba anderzijds 800 kilometer uit elkaar. Niet alleen zijn er taalbarrières, ook verschillen de specifieke veiligheidsrisico’s per eiland. Dat is terug te zien in de samenwerking, die vooral plaatsvindt binnen het politiekorps en het brandweerkorps. Op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing is deze samenwerking er vrijwel niet. Ook het idee van een gemeenschappelijke multidisciplinaire meldkamer is te ambitieus gebleken. Ondanks de bestuurlijke afspraken die hierover zijn gemaakt met de openbare lichamen, is het in de praktijk vooral een meldkamer voor de politie. Bovendien blijkt dat het draagvlak (onder de bevolking) voor de meldkamer op Sint Eustatius en Saba gering is. Verder besteedt de Veiligheidswet BES geen aandacht aan samenwerking met Curaçao, Aruba, Sint Maarten en andere landen in de regio, waardoor een verbetering van de samenwerking met deze landen wordt belemmerd.
Daarnaast is het beeld wisselend over de rol van de Rijksvertegenwoordiger als bestuurlijke schakel tussen het Rijk en de eilanden. De openbare lichamen geven aan weinig toegevoegde waarde te ervaren van deze coördinatierol. Dit in tegenstelling tot de ministeries. Zij zien de meerwaarde van de Rijksvertegenwoordiger vooral bij het coördineren van bijstandsverzoeken en het behouden van overzicht over de visies van de verschillende betrokken departementen. Als oplossingsrichting noemen geïnterviewden een intensievere samenwerking en betere koppeling tussen de afzonderlijke openbare lichamen, met de bestaande veiligheidsregio’s in Nederland en nationale crisisstructuren zoals LOCC en NCC. Dit sluit ook aan bij de behoefte van de openbare lichamen aan meer inhoudelijke ondersteuning, technische bijstand, uitwisseling en kennisdeling.
Klik hier om het eindrapport te downloaden.