Rekenkamercommissie Tynaarlo: privacy in het sociaal domein

Sinds de decentralisaties per 1 januari 2015 zijn de gemeentelijke taken binnen het sociaal domein fors uitgebreid. Niet alleen nieuwe taken op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), maar ook de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Jeugdwet per die datum, alsmede de wijzigingen binnen de Participatiewet, hebben voor een geheel andere uitvoeringspraktijk gezorgd. De uitbreiding van de taken binnen het sociaal domein, in combinatie met het werken vanuit een sociaal wijkteam en het aangaan van samenwerkingsvormen met aanzienlijk meer ketenpartners, leidt tot een forse toename van privacygevoelige gegevensdeling en –verwerking. Het belang van een goede gegevensuitwisseling en daarmee een meer efficiënte en effectieve dienstverlening moet altijd worden afgewogen tegen het (privacy)belang van een betrokkene. Die afweging is vaak lastig en levert verschillende dilemma’s op in de uitvoeringspraktijk.

Pro Facto is de opdracht gegeven onderzoek te doen naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het privacybeleid op het sociaal domein binnen de gemeente Tynaarlo. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt:

Zorgt het college van B&W er voldoende voor dat zich binnen het sociaal domein een praktijk ontwikkelt waarin een balans wordt gevonden tussen gegevensverwerking en de bescherming van privacy van de burger?

Zoeken