Gegevensbescherming

WODC: Toezicht en effectmeting, het kán! - researchsynthese van onderzoek naar de effectiviteit van toezichtsinterventies

De ambitie meer te weten van de effectiviteit van toezicht en de maatschappelijke effecten daarvan is in 2008 door de Inspectieraad vertaald in een meerjarenprogramma 'Evaluatie effecten van toezicht'. Doel van dat programma is de toezichtspraktijk te verbeteren door gebruik te maken van de resultaten van onderzoek naar de effectiviteit van toezicht.

Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie heeft in dat kader een onderzoek uitbesteed dat als doel heeft het uitvoeren van een literatuurstudie waarin de beschikbare (wetenschappelijke) kennis in kaart wordt gebracht over de relatie tussen handhaving en toezicht, gedrag en de effecten. De literatuurstudie beoogt designs en best practices te verzamelen en te aggregeren.

In een samenwerkingsverband tussen de Vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen en bestuurskundig en juridisch onderzoeks- en adviesbureau Pro Facto is deze literatuurstudie uitgevoerd. Klik hier om het volledige rapport te downloaden.

Provincie Noord-Brabant: Brabantse handhavingsstrategie

In 2004 en 2007 zijn de Brabantse handhavingsstrategieën het milieurecht (2004) en het omgevingsrecht vastgesteld. De Brabantse handhavingsstrategie uit 2007 wordt op grond van een aantal ontwikkelingen en omstandigheden niet meer optimaal geacht, op grond waarvan besloten is tot aanpassing van de strategie. De volgende redenen voor de noodzaak tot aanpassing van de handhavingsstrategie kunnen worden onderscheiden:

- De strategie is ontworpen voor het milieurecht en is minder gericht op andere onderdelen van het omgevingsrecht (zoals ruimtelijke ordening en bouw). De milieustrategie blijkt niet één op één toepasbaar op andere onderdelen van het omgevingsrecht.

- Er zijn nieuwe ontwikkelingen rond nieuwe sanctie-instrumenten voor het bestuur die de effectiviteit en efficiency van de handhaving kunnen verbeteren. Daarbij gaat het om de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking.

- De samenwerking tussen bestuurlijke en strafrechtelijke handhavende instanties is de afgelopen jaren veranderd.

- Er is sprake van (toenemende) capaciteitstekorten. Toezichthouders en handhavers, zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk, moeten prioriteiten stellen waarbij afwijking van de huidige strategie onvermijdelijk kan zijn.

- Het denken over effectiviteit en efficiency van handhaving is geëvolueerd.

- In het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een integratie gaande van de verschillende onderdelen van het omgevingsrecht. Daarnaast is het rapport De tijd is rijp van de commissie-Mans verschenen, dat de vorming van 25 regionale omgevingsdiensten voor toezicht en handhaving van het gehele omgevingsrecht voorstelde.

- In de in 2007 vastgestelde Bestuursovereenkomst 'Handhaving omgevingsrecht provincie Noord-Brabant 2007-2012' is bepaald dat de gemeenschappelijke handhavingsstrategie minimaal tweejaarlijks wordt geëvalueerd, teneinde ervoor te kunnen zorgen dat de gemaakte afspraken in overeenstemming blijven met de ontwikkelingen op dit terrein.

Bovenstaande factoren hebben er tezamen toe geleid dat het Bestuurlijk Provinciaal Handhavingsoverleg heeft besloten tot een actualisering van de handhavingsstrategie. Pro Facto is ingeschakeld deze te ontwikkelen.

WODC: toegang tot advocaten; een kwalitatief onderzoek naar belemmeringen in de toegang tot advocaten voor betalende particulieren en MKB-bedrijven

In opdracht van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft Pro Facto en de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek uitgevoerd naar belemmeringen die betalende particulieren en MKB-bedrijven ondervinden bij het inschakelen van een advocaat, en knelpunten die zij ervaren bij de dienstverlening zelf. Het onderzoek beoogde duidelijk te maken of betalende particulieren en MKB-bedrijven problemen hebben met toegang tot een advocaat en zo ja, welke belemmeringen dat zijn. De doelstelling van het onderzoek was dat de Nederlandse Orde van Advocaten op basis van de bevindingen kan bezien of beleid of maatregelen wenselijk zijn om de toegang tot de advocatuur te verbeteren.

Klik hier om het volledige rapport te downloaden.

Rekenkamercommissie Olst-Wijhe: Centrumplan

Pro Facto heeft in opdracht van de rekenkamercommissie van de gemeente Olst-Wijhe onderzoek gedaan naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het proces rond de herinrichting van het centrum van Olst. Doel was om te leren van het verleden en om aanbevelingen te formuleren voor de toekomst.

Rekenkamercommissie Weststellingwerf: mandatering, delegatie en kaderstelling

De dag na de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart 2002 trad de Wet dualisering gemeentebestuur in werking. Dit betekende een overgang van een overwegend monistisch bestuursstelsel naar een overwegend dualistisch bestuursstelsel. De invoering van het duale stelsel heeft geleid tot een scherpere taakafbakening tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Door de invoering van de wet hebben beide organen een andere rol gekregen. De gemeenteraad heeft een drietal taken, namelijk een kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taak. Het college zorgt voor de uitvoering binnen de kaders die gesteld zijn door de gemeenteraad. Het college informeert de raad regelmatig en actief over de uitvoering van het beleid en legt daarover uiteindelijk verantwoording af aan de gemeenteraad.

In het kader van de invoering van het duale stelsel heeft de rekenkamercommissie van de gemeente Weststellingwerf besloten een onderzoek te laten verrichten naar de vraag hoe de bevoegdheden tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zijn verdeeld. In het bijzonder moet worden gekeken of en zo ja welke bevoegdheden door de gemeenteraad aan het college zijn verleend en in hoeverre het college, en in het verlengde daarvan de organisatie, binnen de grenzen van deze bevoegdheidsverlening is gebleven.

De rekenkamercommissie formuleerde de volgende centrale onderzoeksvraag:
        
Welke gevolgen heeft de wijze van mandatering, delegatie en kaderstelling binnen de gemeente Weststellingwerf voor de besluitvormingsprocessen en de communicatie hierover tussen gemeenteraad en college?

Rekenkamercommissie Urk: inhuur van derden

Dit onderzoek gaat over de inhuur van derden door de gemeente Urk. De rekenkamercommissie heeft dit onderwerp gekozen om meer inzicht te krijgen in de omvang en de verschijningsvorm van de inhuur van derden. In dit onderzoek stond de volgende vraag centraal:

Hoe gaat de gemeente Urk om met de inhuur van derden, voldoet deze inhuur aan beleidsmatig te stellen uitgangspunten betreffende doeltreffendheid, doelmatigheid, rechtmatigheid, zorgvuldigheid en transparantie en hoe wordt de gemeenteraad daarover geïnformeerd?

'Inhuur van derden' is een algemene aanduiding voor het inhuren van personen die uiteenlopende diensten verrichten. In dit onderzoek gaat het om personen of bedrijven die geen onderdeel zijn van de gemeente Urk en met wie een contract wordt afgesloten om voor de gemeente diensten te verrichten. De gemeente kan derden inhuren voor verschillende soorten diensten. Dit onderzoek focust zich op die diensten die van belang zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen van de gemeente, de daaruit voortvloeiende taken en de controle daarop.

Rekenkamercommissie Groningen: personele omvang

De gemeente Groningen is in 2004 gestart met een bezuinigingsoperatie. Deze bezuinigingsoperatie had ten doel in het tijdvak van 2004 tot en met 2006 de uitgaven van de gemeente te reduceren met 44 miljoen euro en de gemeentelijke organisatie met 387 formatieplaatsen in te krimpen.

Bij de rekenkamercommissie van de gemeente Groningen bestond het idee dat de formatie van de gemeentelijke organisatie vanaf 2008 weer is gaan groeien. Ook signaleerde de rekenkamercommissie een sterke toename van de kosten voor de inhuur van externen. De zorg bestond dat de bezuinigingsoperatie bij een voortdurende groei teniet wordt gedaan.

De rekenkamercommissie van de gemeente Groningen heeft daarom onderzoek laten uitvoeren naar de ontwikkeling van de personeelsomvang, waarbij gekeken is naar het verloop van de bezuinigingsacties, de autonome groei en overige krimp bij de diensten. Tevens is er aandacht voor de inhuur van personeel van derden binnen de gemeente. In het onderzoek is speciale aandacht besteed aan de dienst SOZAWE. De reden hiervoor was dat de rekenkamercommissie in het offerteverzoek constateerde dat de dienst SOZAWE veel minder cliënten bediende dan een jaar daarvoor, maar dat de personeelsomvang van de dienst niet lijkt te zijn aangepast aan deze wijziging van deze taakomvang.

In het onderzoek stond de volgende hoofdvraag centraal:

Welke ontwikkelingen hebben zich voorgedaan in de formatieomvang van de gemeente Groningen in de periode 2004-2008 en heeft dit effect gehad op de inhuur van externen?

De volgende deelvragen zijn onderscheiden:

1.    Hoe heeft de formatieve personeelsomvang van de gemeente Groningen zich sinds 2004 jaarlijks ontwikkeld?

2.    Op welke wijze is de personeelsreductie van de afgelopen jaren gerealiseerd?

3.    Op welke wijze heeft de omvang van de inhuur van externen zich sinds 2004 jaarlijks ontwikkeld?

4.    Hoe zijn de jaarlijkse veranderingen in de omvang van de inhuur van externen per dienst te verklaren?

5.    Is er sprake van een causale relatie tussen de formatiereductie en de omvang van de inhuur van externen?

6.    Hoe is te verklaren dat de personeelsomvang van de dienst SOZAWE ondanks een kleinere taakomvang als gevolg van minder cliënten, de afgelopen jaren niet is afgenomen?

Rekenkamercommissie Wymbritseradiel: vergunningverlening en handhaving

Een van de grote gevaren van een overheid schuilt in overregulering. Het leidt tot veel administratieve rompslomp en veel ergernis, het is duur en veelal weinig effectief. In een land als Nederland is de wens naar deregulering altijd manifest, want leven in vrijheid is (deels) ook leven zonder (te veel) regels.

Rekenkamercommissie Wymbritseradiel heeft met deze overweging in het achterhoofd een onderzoek gedaan naar de vergunningverlening in de gemeente en (als logisch vervolg daarop) naar de handhaving. Want vergunningen die je niet kunt of wilt handhaven, zijn weinig zinvol.

Het onderzoek is in opdracht van de rekenkamercommissie uitgevoerd door onderzoekers van Pro Facto en van I&O Research uit Enschede. In dit onderzoek is de wijze waarop de gemeentelijke organisatie vergunningen heeft afgehandeld en regelgeving heeft gehandhaafd in kaart gebracht, met het oogmerk daarvan te leren. Gekozen is voor de volgende centrale onderzoeksvraag:

Verlopen vergunningverlening en handhaving in Wymbritseradiel rechtmatig, integer en effectief en hoe is de klantgerichtheid van de vergunningverlening?

Het onderzoek concentreert zich op vergunningverlening en handhaving op het terrein van bouwen, milieu, evenementen en het kappen van bomen. In het vervolg wordt steeds gesproken over vergunningen. Hiermee wordt ook de ontheffing (een juridisch andere figuur) bedoeld. Onder handhaving wordt verstaan het toezicht op de naleving en de sanctionering.

Rekenkamercommissie Urk: subsidiebeleid

De rekenkamercommissie van de gemeente Urk heeft onderzoek verricht naar het subsidiebeleid in de gemeente Urk. Het verlenen van subsidies is een van de instrumenten, welke het gemeentebestuur ten dienste staan om gewenste doelen te bereiken. Doel van dit onderzoek was inzicht te verkrijgen in de systematiek en de praktijk van het subsidiebeleid van de gemeente Urk en zo nodig aanbevelingen te formuleren. De centrale vraag, welke de commissie stelde was:

Hoe is het subsidiebeleid door het gemeentebestuur en de gemeentelijke afdelingen vormgegeven en op welke wijze wordt daar uitvoering aan gegeven?


Rekenkamercommissie Ooststellingwerf: handhaving van bouwregelgeving

In dit onderzoek staat handhaving van bouwregelgeving centraal. De rekenkamercommissie formuleerde de volgende centrale onderzoeksvraag:

Vindt de handhaving van bouwregelgeving in Ooststellingwerf doelmatig, doeltreffend en rechtmatig plaats?

Voor het onderzoek is deze vraag uiteengelegd in deelvragen. Deze deelvragen zijn hieronder, geclusterd naar onderwerp, weergegeven.

Rechtmatigheid

1.  Is het beleid met betrekking tot handhaving van bouwregelgeving rechtmatig?
a.  Welke rechtsregels gelden?
b. Wordt gehandhaafd volgens de geldende regels?

2.  Wordt het handhavingsbeleid integer uitgevoerd?
a.  Hoe wordt gewaarborgd dat het handhavingsbeleid integer wordt uitgevoerd?
b.  Wordt het handhavingsbeleid consistent uitgevoerd?

Doelmatigheid en doeltreffendheid

3.  Is het handhavingsbeleid effectief?
a.  Hoeveel capaciteit is beschikbaar voor handhaving (ten opzichte van andere vergelijkbare gemeenten)?
b.  Hoeveel controlebezoeken worden uitgevoerd (ten opzichte van andere vergelijkbare gemeenten)?
c.  Welke effecten heeft het handhavingsbeleid?

Chantal Ridderbos-Hovingh

uw contactpersoon
Chantal Ridderbos-Hovingh

Chantal is voor dit onderwerp onze contactpersoon.
Meer informatie over haar vindt u hier.
050 313 98 53

Neem contact op met Chantal

Zoeken