Evaluatie uitbesteding forensisch onderzoek

Binnen de strafrechtsketen is de vraag naar forensisch onderzoek de afgelopen jaren sterk gestegen. Tot op heden wordt vrijwel al het forensische onderzoek uitgevoerd door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Bij het NFI ontstonden door de toegenomen vraag langere wachttijden. Verwacht wordt dat de vraag verder oploopt, onder meer omdat op 1 januari 2010 de Wet deskundige in strafzaken in werking treedt, maar ook omdat door technologische ontwikkelingen de mogelijkheden van forensisch onderzoek (denk aan DNA-profielen) zijn toegenomen en de bewijskracht zo groot is.

De minister van Justitie overweegt om naast het NFI particuliere en universitaire instituten te betrekken bij de uitvoering van forensisch onderzoek, zodat het aanbod van forensische onderzoeksinstellingen toeneemt. Een randvoorwaarde is dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit van het uitgevoerde onderzoek. De ervaringen met het inzetten van andere organisaties voor het doen van forensisch onderzoek zijn nog beperkt. Om die reden zet het ministerie van Justitie een experiment op om vast te kunnen stellen hoe het inschakelen van andere organisaties als het NFI functioneert en hiervoor 3,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. De minister heeft aangegeven dat niet alleen vraag en aanbod en de rol die particuliere forensische onderzoeksinstituten kunnen spelen van belang zijn, maar dat ook kwaliteit, veiligheid van informatie, continuïteit van beschikbaarheid en innovatief vermogen relevant zijn. Pro Facto gaat forensisch onderzoek dat in het kader van het experiment door particuliere instituten wordt uitgevoerd, op dergelijke aspecten monitoren. Opdrachtgever is het WODC. Het experiment duurt tot begin 2012. 

Zoeken