Wisselende tevredenheid over behandeling aardbevingszaken

Sinds 2018 kunnen gedupeerden van aardbevingsschade naar de bestuursrechter als ze het niet eens zijn met een beslissing van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Het gaat meestal om schade als gevolg van aardbevingen. De rechtbank behandelt aardbevingszaken anders dan andere bestuursrechtzaken. Zaken worden zo snel mogelijk op zitting behandeld waarbij meer tijd wordt genomen om de zaak te bespreken. Uit onderzoek van Pro Facto blijkt dat rechtszoekenden wisselend tevreden zijn over de behandeling van aardbevingszaken door de Rechtbank Noord-Nederland.

Over de snelheid waarmee zaken op zitting komen zijn de rechtzoekenden matig tevreden (2,8 op een schaal van 1-5). Meer tevreden zijn ze over de zitting zelf (3,3 op een schaal van 1-5). Het rapportcijfer (variërend van 1-10) voor de procedure bij de rechtbank als geheel is niet heel hoog; gemiddeld scoort die bij rechtzoekenden een 5 op een schaal van 1-10. Over de uitspraak van de rechtbank bestaat evenmin veel tevredenheid (1,8 op een schaal van 1-5), zij het dat de verschillen groot zijn tussen de rechtzoekenden voor wie de uitspraak gunstig (3,9) dan wel ongunstig was (1,4). Over de procedure constateren we dat deze relatief toegankelijk is (laag griffierecht, geen verplichte procesvertegenwoordiging, geen financieel risico).

Wat kan de rechtbank doen om de kwaliteit van geschilbeslechting in de mijnbouwschadeprocedures te vergroten? Wij denken dat de rechtbank de meeste invloed kan uitoefenen op de snelheid waarmee zaken worden behandeld en daarmee indirect ook op andere aspecten die van invloed zijn op de kwaliteit van de geschilbeslechting. Een veelbelovend middel hierbij is dat de rechtbank zo snel mogelijk na het instellen van het beroep contact legt met partijen om hun wensen over de wijze van behandeling van de zaak te vernemen.

Het onderzoek is uitgevoerd door Heinrich Winter, Joachim Bekkering en Christian Boxum in samenwerking met Bert Marseille en Marc Wever (vakgroep SBB, RUG), Elbert de Jong (Universiteit Utrecht) en Michiel Tjepkema (Open Universiteit).

Klik hier om het onderzoeksrapport te downloaden.

Klik hier voor een animatiefilmpje met de uitkomsten van het onderzoek.

 

Zoeken