De Dialoogtafel Groningen heeft goede resultaten bereikt die zonder de Tafel waarschijnlijk niet waren bereikt. Dat concluderen Janka Stoker (hoogleraar Leiderschap en Organisatieverandering) en Heinrich Winter (hoogleraar Bestuurslunde en directeur van Pro Facto) in hun evaluatierapport ‘Dialoogtafel: woorden én daden’. Zij maakten in opdracht van de Dialoogtafel Groningen een analyse van het functioneren van de Tafel sinds de oprichting in maart 2014. Voor de uitvoering van het onderzoek is de ondersteuning ingeschakeld van Pro Facto.
De Dialoogtafel is opgericht om bij te dragen aan het herstel van vertrouwen in de regio die last heeft van aardbevingen door gaswinning. De Tafel met 15 deelnemers en 2 voorzitters is ingezet als uiting van een nieuwe besturingsfilosofie waarbij overheden, bedrijven en burgers op consensus gericht overleggen.
Evaluatie
Uit de evaluatie, die bestond uit een documentstudie en gesprekken met alle deelnemers en andere betrokkenen, blijkt dat de Dialoogtafel opvallende en indrukwekkende resultaten heeft geboekt. Het meest zichtbaar zijn die op het gebied van leefbaarheid en waardevermeerdering van woningen. Maar ook wijzigingen van de werkwijze bij schadeafhandeling en de komst van de Nationaal Coördinator Groningen, waarmee de gevolgen van gaswinning onder publieke regie komen, is voor een groot deel de verdienste van de Dialoogtafel. Hoewel de betrokkenen tevreden kunnen zijn over de bereikte resultaten, is de rode draad van de evaluatie dat het voor hen moeilijk is successen te zien en te claimen als resultaat van de Tafel. Er heerst ook – vaak niet ten onrechte – chagrijn over de worsteling die het werken aan de Tafel met zich meebracht. Partijen hebben zich vanaf de start onvoldoende gerealiseerd dat deze nieuwe vorm van horizontaal overleg tussen overheden en samenleving veel van hen zou vragen.
Het onderzoek laat zien dat er blokvorming aan Tafel was. Aan de ene kant stonden overheden en NAM, die konden terugvallen op professionele organisaties. Zij hadden moeite hun klassieke manier van besturing los te laten en de Tafel te zien als hun maatschappelijke achterban en die steeds te betrekken bij het vormen van beleid. Aan de andere kant stonden de maatschappelijke organisaties, die het werk voor de Tafel naast hun dagelijkse werk moesten doen. Daardoor was het voor hen lastig om tegenwicht te bieden. Van de maatschappelijke partijen vraagt het concept om nieuwe vaardigheden, tijd en investeringen in relaties met de achterban.
Toekomst
De onderzoekers constateren dat de Dialoogtafel door moet gaan. Met de komst van de Nationaal Coördinator Groningen en zijn overheidsdienst is het speelveld drastisch gewijzigd. “Maar juist daarin schuilt een geweldige kans voor de Dialoogtafel, omdat de Tafel nu veel sterker kan worden gepositioneerd”, aldus Heinrich Winter.
Voor de invulling schetsen de onderzoekers twee scenario’s: dat van ‘klassiek adviesorgaan’, waarbij de Tafel – zonder overheden – het gemakkelijker eens kan worden en haar adviezen gemakkelijker kan verdedigen bij de achterban. Tegelijkertijd loopt ze dan het risico vooral aan de zijlijn te staan. Het tweede scenario is dat van ‘maatschappelijke dialoog’, waarbij de Nationaal Coördinator Groningen namens de overheden aan Tafel komt, met de Tafel op consensus gericht overleg voert én achteraf verantwoording aflegt aan de Tafel.
Het tweede scenario heeft de voorkeur van de onderzoekers. Janka Stoker: “Hoewel het een grotere investering vergt van de deelnemers, biedt het een unieke mogelijkheid invloed uit te oefenen op de besluitvorming.” De onderzoekers benadrukken dat voor beide scenario’s geldt dat er heldere spelregels moeten komen en voldoende ondersteuning voor alle deelnemers aan Tafel.
Klik hier om het evaluatierapport te downloaden.