Wat is de invloed van bed-bad-brood-voorzieningen op vrijwillige terugkeer?

Een van de lastigste onderdelen van het vreemdelingenbeleid is het beleid en de uitvoering daarvan over de terugkeer van uitgeprocedeerde vreemdelingen. Al lange tijd wordt dit onderdeel van het vreemdelingenbeleid fel bediscussieerd. Gedurende hun aanvraagprocedure en in afwachting van de beslissing op ingediende rechtsmiddelen hebben asielzoekers recht op opvang. Wanneer vreemdelingen zijn uitgeprocedeerd en bereid zijn actief mee te werken aan hun terugkeer is er in beginsel voor de duur van twaalf weken onderdak in de Vrijheidsbeperkende Locatie in Ter Apel. Overige uitgeprocedeerde vreemdelingen hebben geen recht op opvang door het COA. Voor een deel van deze groep bieden diverse gemeenten in ons land vormen van noodopvang aan. In essentie gaat het daarbij om basale bed-bad-brood voorzieningen die ofwel door de gemeente zelf wordt georganiseerd, ofwel door initiatieven uit de samenleving (kerken en andere maatschappelijke organisaties) die door de gemeentelijke overheid worden ondersteund, veelal financieel.

Er is al langere tijd spanning tussen de rijksoverheid en gemeenten over gemeentelijke initiatieven op het terrein van de opvang van uitgeprocedeerde en illegale vreemdelingen. Een belangrijke reden voor het rijk om zich tegen gemeentelijke voorzieningen voor noodopvang te verzetten, ligt in de aanname dat dergelijke voorzieningen rijksbeleid over terugkeer en vertrek zouden kunnen doorkruisen. Om de veronderstelling over de relatie tussen noodopvang en terugkeer te kunnen onderbouwen of te weerleggen is informatie nodig over de vorm en inhoud van gemeentelijke noodopvang enerzijds en de invloed daarvan op vrijwillige terugkeer van uitgeprocedeerde vreemdelingen anderzijds. Uiteindelijk kan met die informatie eventueel beleid worden ontwikkeld over de zodanige vormgeving van gemeentelijke noodopvang dat die niet in de weg staat aan terugkeer. Pro Facto gaat hierover in opdracht van het WODC onderzoek uitvoeren. Daarbij geldt de volgende centrale onderzoeksvraag:

Wat is de vorm en de inhoud van de voorzieningen voor noodopvang die in gemeenten aan vreemdelingen wordt aangeboden, welke gemeenten betreft het, hoe is het in die gemeenten gesteld met vrijwillige terugkeer van vreemdelingen, wat is het verband tussen de noodopvang en vrijwillige terugkeer en wat zijn in dat verband de ervaringen van de vreemdelingen zelf?

Zoeken