Voor de rekenkamercommissie gemeente Rheden doet Pro Facto onderzoek naar toezicht en handhaving op gebied van het fysieke domein en hoe de gemeente dit in de toekomst ziet in relatie tot de implementatie van de Omgevingswet. De komst van de Omgevingswet per 2021 betekent dat er veel verandert. De wet bundelt bijvoorbeeld bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Gemeenten krijgen ook meer ruimte, zij kunnen het omgevingsbeleid afstemmen op de eigen behoeften en doelstellingen. Daarnaast verandert ook de houding bij het beoordelen van de omgevingsplannen. Het doel staat voorop en de beoordeling gaat uit van een “ja mits” in plaats van een “nee tenzij”. De verwachting is dat er daardoor meer ruimte ontstaat om met ideeën te komen door bijvoorbeeld bedrijven en organisaties.
De Omgevingswet bevat zes kerninstrumenten: omgevingsvisie, het programma, decentrale regelgeving, algemene rijksregels, de omgevingsvergunning en het projectbesluit. De nieuwe instrumenten, ruimere afwegingsruimte voor gemeenten en ontsluiting van alle relevante informatie over de omgeving voor iedereen vraagt om een andere relatie tussen overheid en samenleving. Dit vraagt ook om reflectie op de huidige en toekomstige rol van het ambtelijk apparaat, het college en op die van de gemeenteraad.