ZonMw: gedwongen zorg bij jeugdigen en volwassenen

In de geestelijke gezondheidszorg, justitiële en gesloten jeugdzorg en forensische zorg bestaan verschillende wettelijke regelingen die gedwongen zorg mogelijk maken. Daarbij kan het gaan om gedwongen verblijf in een bepaalde instelling, maar ook om het onder dwang toepassen van een behandeling of het treffen van dwangmaatregelen ter bescherming van anderen.

De achtergrond van deze thematische wetsevaluatie wordt gevormd door bestaande verschillen tussen de binnen de genoemde zorgterreinen geldende wettelijke regelingen. Deze verschillen zijn reeds op zichzelf genomen relevant, maar ook omdat tussen de genoemde zorgterreinen pendelbewegingen aan de orde zijn: patiënten die van de ene sector naar de andere gaan en worden geconfronteerd met verschillen in hun juridische positie. Dit roept tal van vragen op, die niet alleen de juridische aspecten van de wetgeving betreffen maar ook de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening. Deze problematiek wordt nog eens geaccentueerd door het gegeven dat met betrekking tot tal van wettelijke regelingen op het gebied van gedwongen zorg voorstellen tot herziening van wetgeving aanhangig of in voorbereiding zijn. Kernvraag van deze thematische evaluatie is of de wetgever met de te onderscheiden wettelijke regelingen op het terrein van gedwongen zorg voor jeugdigen en volwassenen een consistent en doelmatig wettelijk kader op dit terrein tot stand heeft gebracht.

In dit onderzoek staan de volgende drie deelvragen centraal:

  • Hoe is de rechtspositie van jeugdigen en volwassenen aan wie gedwongen zorg is opgelegd, geregeld in de relevante huidige en voorgenomen wetgeving? Welke verschillen zijn er en zijn die verklaarbaar en rechtvaardig?
  • Hoe werken die regelingen (mede in onderling verband) voor jeugdigen en volwassenen in de praktijk, welke verschillen zijn er per sector/doelgroep, zijn die verklaarbaar en zijn die rechtvaardig? Welke lacunes/knelpunten doen zich daarbij in de praktijk voor?
  • In hoeverre bieden de wettelijke regelingen op de hierboven genoemde terreinen gezamenlijk een consistent en doelmatig wettelijk kader inzake gedwongen zorg en welke mogelijkheden zijn er om dit kader te verbeteren?

Deze vragen zullen worden onderzocht door een combinatie van juridisch en empirisch onderzoek door een onderzoeksteam waar naast Pro Facto ook de Erasmus Universiteit (prof. Bleichrodt, prof. Mevis, mr.dr. Ploem, mr. Uit Beijerse, mr. Van der Wolff) en het AMC (prof. Legemaate, prof. Levi) deel van uitmaken.

Zoeken