Evaluatie Wet Donorgegevens en Embryowet

Pro Facto gaat de Embryowet en de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting evalueren. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van ZonMw.

De Embryowet – sinds 1 september 2002 in werking – stelt grenzen aan handelingen met geslachtscellen en embryo's door te verbieden wat ontoelaatbaar wordt geacht en andere handelingen aan voorwaarden te binden. De wetgever heeft getracht een evenwicht te vinden tussen respect voor de menselijke waardigheid en het menselijk leven en andere waarden, zoals de genezing van zieken of de bevordering van hun gezondheid en het welzijn van onvruchtbare paren en het toekomstige kind. Gekozen is voor een systeem van normering, formulering van rechten en afbakening van verantwoordelijkheden enerzijds en protocollering, verslaglegging en rapportage anderzijds. De eerste, mede door Pro Facto uitgevoerde evaluatie van de Embryowet kwam gereed begin 2006.

De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb) is op 1 juni 2004 in werking getreden. De wet voorziet in regels terzake van registratie, beheer en verstrekking van donorgegevens in geval van kunstmatige donorbevruchting. De Wdkb heeft betrekking op alle typen donatie: eicel-, semen- en embryodonatie.

Voor beide wetsevaluaties luidt de centrale onderzoeksvraagstelling als volgt:
Hoe verloopt de toepassing van de wet in de praktijk en doen zich daarbij knelpunten of problemen voor, in het bijzonder gelet op de ontwikkelingen in de praktijk, maatschappij en medische wetenschap? In hoeverre worden, gelet op het voorafgaande, de doelstellingen van de wetgever gerealiseerd?

In algemene zin zal het onderzoek zich richten op: 1. kwesties die direct de inhoud of toepassing van een van beide wetten betreffen (of de samenhang tussen wetgeving); 2.(kennelijke) effecten en neveneffecten van de wetgeving; 3. ontwikkelingen die zich in eerste instantie los van de wetgeving voordoen, maar die (op termijn) wel gevolgen voor de wetgeving hebben of kunnen hebben.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met:

  • prof. mr. J. (Johan) Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en het AMC;
  • prof. dr. G.M.W.R. (Guido) de Wert, hoogleraar biomedische ethiek verbonden aan de Universiteit Maastricht;
  • dr. W.J. (Wybo) Dondorp, senior-onderzoeker biomedische ethiek aan de Universiteit Maastricht;
  • mr. dr. M.C. (Corrette) Ploem, universitair docent gezondheidsrecht, Universiteit van Amsterdam en het AMC.

Zoeken