Welke maatregelen uit de contraterrorismestrategie kunnen geëvalueerd worden?

Sinds het begin van deze eeuw is de wereld een aantal keren opgeschrikt door terroristische aanslagen. Gedacht kan worden aan ‘9/11’ (2001) en aanslagen op Bali (2002), in Madrid (2004), Londen (2005), Mumbai (2008), Jakarta (2009), Oslo/Utoya (2011), Boston (2013), Parijs (Charly Hebdo en Bataclan, 2015) en Berlijn (2016). Dichter bij huis zijn ook de moorden op Pim Fortuyn (2002) en Theo van Gogh (2004) als zodanig te duiden; in 2018 vond een aanslag plaats op twee Amerikaanse toeristen op het Amsterdamse Centraal Station. Met uitzondering van de moord op Fortuyn en de gebeurtenissen in Oslo/Utoya komen deze aanslagen uit jihadistische hoek.

De Nationale Contraterrorismestrategie 2016-2020 heeft als doel een kader te bieden voor het tegengaan van de terroristische en extremistische dreiging tegen Nederland. De strategie bestaat uit vijf interventiegebieden (verwerven, voorkomen, verdedigen, voorbereiden en vervolgen) met elk hun doelen en maatregelen. Sommige zijn heel concreet (websites beëindigen, grenscontrole op liquide middelen, toegang tot systeemgegevens luchtvaartmaatschappijen), andere abstracter (tegengaan witwassen, internationale samenwerking, nauwe samenwerking partners). De strategie verbindt alle overheidspartners in de gezamenlijke aanpak van terrorisme en extremisme in Nederland, waarbij lokale, nationale en internationale overheden samenwerken met maatschappelijke organisaties, bedrijven en sleutelfiguren om preventieve en repressieve maatregelen te nemen.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) wil inzicht krijgen in verschillende aspecten van de beleidsmaatregelen die deel uitmaken van de Nationale Contraterrorismestrategie 2016-2020 evenals hun vooraf verwachte bijdrage aan de realisatie van de strategiedoelen. In opdracht van het WODC gaat Pro Facto dit onderzoek uitvoeren. Het onderzoek moet ook duidelijk maken bij welke beleidsmaatregelen het meten van het doelbereiking kansrijk is.

Dat leidt tot de volgende hoofdvraag:

Wat zijn de doelen en de beleidsmaatregelen van de Nationale Contraterrorismestrategie 2016-2020, hun verwachte bijdrage aan de doelrealisatie en bij welke maatregelen is het meten van het doelbereiking kansrijk?

Deze hoofdvraag valt uiteen in de volgende deelvragen:

1. Wat waren de doelen van de CT-strategie 2016-2020?

2. Welke beleidsmaatregelen vallen onder de strategie?

3. Hoe ziet de rudimentaire beleidstheorie van de beleidsmaatregelen er uit?

4. Bij welke beleidsmaatregelen is het meten van de doelbereiking al dan niet ‘kansrijk’ en waardoor wordt die meetbaarheid beïnvloed?

5. Welke maatregelen zijn geschikt voor doelbereikingsonderzoek in de tweede fase van de evaluatie?

De vragen beantwoorden we met een uitvoerige beleidsanalyse en interviews met sleutelfunctionarissen van organisaties die betrokken zijn bij de uitvoering van het beleid, zoals de NCTV, AIVD, MIVD, ministeries (zoals J&V, BZK, Defensie, Buitenlandse Zaken), Koninklijke Marechaussee, Openbaar Ministerie en de politie.

In 2014 hebben we de toenmalige contraterrorismestrategie (2011-2015) ook al geanalyseerd (zie hier).

Zoeken