Nieuwe opdrachten, over Caribisch Nederland en over de gezondheidszorg

We hebben twee boeiende nieuwe opdrachten verworven. Voor het WODC gaan we onderzoek doen in Caribisch Nederland over de Wet toelating en uitzetting en voor Zorginstituut Nederland over doorzettingsmacht.

Caribisch Nederland

Met ingang van 10 oktober 2010 is de staatkundige structuur van het Koninkrijk der Nederlanden gewijzigd. Het land Nederlandse Antillen is opgeheven. Curaçao en Sint Maarten zijn zelfstandige landen binnen het Koninkrijk geworden en Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn als openbare lichamen deel uit zijn gaan maken van Nederland.

Op het gebied van vreemdelingen kennen de openbare lichamen in Caribisch Nederland een restrictief beleid, mede vanwege de in economisch en sociaal-maatschappelijk opzicht zeer beperkte mogelijkheden van de kleine eilanden om grote aantallen mensen, al dan niet tijdelijk, op te nemen in hun samenleving. De wettelijke basis van het vreemdelingenbeleid in Caribisch Nederland is gelegen in de Wet toelating en uitzetting BES. Wij gaan deze wet in opdracht van het WODC evalueren. Aandachtspunten zijn de doelen en uitvoering van de wet en de implicaties van de wet voor bedrijven, instellingen en de lokale samenleving. Op alle drie eilanden zullen we interviews voeren met vertegenwoordigers van de overheid en maatschappelijke instellingen.

In 2015 voerden we in opdracht van de commissie-Spies ook onderzoek uit naar de werking van wetgeving in Caribisch Nederland. Klik hier voor dat eindrapport.

Zorginstituut

In samenwerking met ARGO de inzet van het instrument ‘doorzettingsmacht’ van Zorginstituut Nederland. Het Zorginstituut heeft onder andere als taak om de kwaliteit van de gezondheidszorg te bevorderen. Zij stelt onder andere vast voor welke vormen van zorg een kwaliteitsstandaard, een informatiestandaard of een meetinstrument nodig is of wijziging behoeft. Deze vormen van zorg worden met een bijbehorende deadline op de Meerjarenagenda van het Zorginstituut geplaatst. Wanneer het Zorginstituut vaststelt dat partijen de genoemde termijnen niet halen, kan het deels of geheel de ontwikkeling van de kwaliteitsstandaard, informatiestandaard of meetinstrument overnemen. Deze ‘doorzettingsmacht’ is de afgelopen jaren toegepast bij vier dossiers: spoedzorg, verpleeghuiszorg, Intensive Care en integrale geboortezorg.

In de procesevaluatie wordt in deze vier dossiers teruggeblikt op het proces, hoe betrokkenen het proces hebben ervaren en het draagvlak voor de tot stand gekomen kwaliteitsproducten. Hiertoe worden door Pro Facto en ARGO interviews gehouden met alle bij het proces betrokken partijen, om te bezien hoe zij het proces hebben ervaren en op welke manier het Zorginstituut het proces in de toekomst kan verbeteren.

Zoeken