Pro Facto ontvangt Parel!

Pro Facto heeft een ZonMw Parel gewonnen! ZonMw subsidieert via haar tientallen programma's veel verschillende projecten op het gebied van onderzoek en implementatie. Om duidelijker zichtbaar te maken waar ZonMw voor staat, worden jaarlijks enkele projecten in het zonnetje gezet. Voor ons onderzoek naar de positie van wilsonbekwamen in wetgeving is Pro Facto de eer te beurt gevallen een dergelijke Parel te ontvangen vanwege "een kwalitatief hoogstaande, gedegen en genuanceerde analyse van wet en praktijk rond wilsonbekwaamheid en vertegenwoordiging". Het onderzoek is uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen Pro Facto (Heinrich Winter, Charlotte Akerboom en Nicolette Woestenburg), AMC/UvA (prof. Gevers en prof. Dute) en KU Leuven (prof. Nys). "Een thema evalueren dwars door meerdere gezondheidsrechtwetten is een unieke en innovatieve aanpak", zo stelt ZonMw.

Uit het onderzoek blijkt dat er geen tegenstrijdigheden in de verschillende wetten zitten. De regelgeving laat wel veel aan de praktijk over. Die praktijk, bijvoorbeeld van de zorgprofessional of de mentor, is niet altijd in overeenstemming met de wet. In de praktijk bestaat veel onbekendheid met wettelijke regels en is men nog niet voldoende bekend met de rol van de vertegenwoordiger en de schriftelijke wilsverklaring.

Uit de juridische evaluatie verricht door het AMC/Universiteit van Amsterdam blijkt dat de wettelijke regelingen weliswaar consistent zijn, maar ook nogal beknopt. Dat heeft voor- en nadelen. Flexibiliteit kan maatwerk mogelijk maken, maar ook als gevolg hebben dat de belangen van de wilsonbekwame cliënt onvoldoende beschermd worden.

De praktijk, geanalyseerd door Pro Facto, toont betrekkelijk grote verschillen tussen sectoren van de gezondheidszorg. De status van de vertegenwoordiger is niet altijd duidelijk. Ook wordt verschillend omgegaan met schriftelijke wilsverklaringen, waarin iemand heeft vastgelegd wat hij wil op een moment dat hij nog wilsbekwaam was. Zo'n wilsverklaring is in principe bindend, maar in de praktijk blijkt de arts schriftelijke wilsverklaringen vaak niet te volgen. Hoe hier mee wordt omgegaan hangt af van hoe lang geleden de verklaring is opgesteld en van de concreetheid en toepasselijkheid ervan. In veel sectoren vraagt men vrijwel nooit naar wilsverklaringen. Alleen in de verpleeghuissector kijkt een ruime meerderheid van de artsen altijd of er een wilsverklaring bestaat.

Klik hier om het rapport te downloaden.


Van links naar rechts: Nicolette, Parel, Charlotte.

Zoeken